10 Sleepaway Camp (1983)
Sleepaway Camp is een van de vele Friday-klonen waarin een op wraak beluste moordenaar een zomerkamp terroriseert. In essentie niets nieuws dus. Echter, Sleepaway Camp onderscheidt zich van vele genregenoten in het feit dat alle clichés die het genre rijk is, hier tot in de perfectie worden uitgevoerd. Te beginnen met de idyllische, zorgeloze zomerkampsetting, maar ook de personages die omwille van hun stereotypering erg herkenbaar en “grijpbaar” zijn. Ook niet onbelangrijk zijn de goed gedoseerde gory scènes die van puur vakmanschap getuigen.
Maar eerlijk is eerlijk: Sleepaway Camp zou dit lijstje waarschijnlijk niet gehaald hebben zonder de onthutsende, bizarre en totaal onverwachte ontknoping die de hele film in een ander perspectief plaatst.
09 Silent Night, Deadly Night (1984)
Een kerstman die aan het moorden slaat met een bijl… Het lijkt eerder een uitgangspunt voor een slechte horrorkomedie, maar de teneur in Silent Night, Deadly Night is desalniettemin doodserieus. Zo getuige de harde proloog waarbij een jongetje zijn ouders ten prooi ziet vallen aan een moordende maniak, vermomd als kerstman. Geheel volgens de conditioneringstheorie en het door psycholoog John B. Watkins gevoerde experiment met “little Albert” zal de jonge Billy voortaan geen enkele kerstman meer vertrouwen.
Zijn traumatische achtergrond roept bij de kijker een bepaalde sympathie op. Overigens wordt Billy naar b-film normen meer dan uitstekend vertolkt door een jonge blonde adonis. De metamorfose die hij na het trauma doormaakt is extreem, zij het geloofwaardig gebracht. De moordtrein die er vervolgens op los beukt is best wel heftig, met als kers op de taart de slee-scène. Genoeg originele kills en variatie in slagwapens, dat is waar een slasherfan om vraagt en met deze vrolijke kerstfilm ook geserveerd krijgt.
08 Intruder (1989)
Een oerdegelijke, volledig in een supermarkt opgenomen slasher die zich, ondanks zijn relatieve onbekendheid, moeiteloos staande houdt tussen legendarische genregenoten als Halloween en Friday the 13th.
Om te beginnen is het energieke en inventieve camerawerk, dat sterk doet denken aan Evil Dead (1981) van Sam Raimi (die hier overigens ook een rol heeft), in één woord subliem te noemen. Ongewone camerastandpunten (met veel kikvors- en vogelperspectieven) en originele cadrages dragen de nodige dreiging uit. Dat een supermarkt een ideaal speelterrein is voor een psychopaat mag trouwens blijken uit het onfortuinlijke lot dat de aldaar opgesloten medewerkers te wachten staat. Hakmessen, snijmessen, vleeshaken, kettingzagen, vuilnispersen, hamers en bladprikkers worden niet gespaard om hen zorgvuldig een kopje kleiner te maken. Het hoge tempo fnuikt weliswaar de spanning, maar de doorwinterde horrorfanaat krijgt daar wel een stevige portie slice&dice-werk voor in de plaats. Enig minpunt is de weinig inspirerende killer wiens identiteit nodeloos vroeg onthuld wordt, met name op de DVD-hoes en sommige filmposters! Toch blijft het gissen waarom Intruder nooit zijn weg naar het grotere publiek heeft gevonden aangezien de essentiële ingrediënten voor een volbloed slasherfilm ontegensprekelijk aanwezig zijn.
07 Scream (1996)
De film die “de slasherfilm” op een ludieke manier op de hak nam en er daarmee onbedoeld voor zorgde dat er eind jaren ’90 en na de eeuwwisseling een heropleving van het genre ontstond. Daarmee haalde regisseur Wes Craven na A Nightmare on Elm Street de slasherfilm voor een tweede maal uit het slop. Naast een geweldige pastiche met talloze referenties is Scream behoorlijk spannend, voornamelijk dankzij het inventieve script en de goed geschreven personages en dialogen door Kevin “Dawson’s Creek” Williamson. Het meest zal Scream echter bijblijven omwille van de iconische Ghostface wiens masker verdacht veel doet denken aan het beroemde schilderij van Edvard Munch: de schreeuw.
06 Black Christmas (1974)
Black Christmas werd vier jaar eerder uitgebracht dan Halloween dat als blauwdruk voor het genre geldt. Deze prent over een telefoonstalker die zich in een huis vol vrouwelijke studentes bevindt en ze één voor één naar het hiernamaals helpt, heeft een onmiskenbare invloed gehad op de vloedgolf aan slasherfilms. Met name het point-of-view camerawerk is essentieel voor de spanningsopbouw. Ook het stramien dat gevolgd wordt is typerend. Terwijl de paniek toeneemt gaan de studentes vlotjes voor de bijl, tot er nog maar eentje in dat grote huis achterblijft. De paniek neemt toe en de politie blijkt onmachtig. Black Christmas had destijds nog niet te leiden onder de hoge verwachtingen van een publiek dat hongerig zat te wachten op veel en bloederige moorden. Geen al te hoge body count dus, wel piekfijn gestileerde kills en een cynisch einde dat nog even nazindert.
Saillant detail: Carpenter was destijds een grote fan van Black Christmas en vroeg aan regisseur Clark of hij van plan was een sequel te maken. Het antwoord was nee, maar als hij er een zou maken, zou die als volgt gaan: moordenaar Billy wordt opgepakt en in een instelling geplaatst, ontsnapt vervolgens in de nacht van 31 oktober en zaait dood en verderf in een klein stadje. Getiteld Halloween. Maar het project bleef louter hypothetisch, tot Carpenter er vier jaar later mee aan de haal ging. Weliswaar helemaal gepolijst, hier en daar aangepast en van eigen ideeën voorzien, maar niettemin thematisch en visueel sterk beïnvloed door Clark.
05 The Burning (1981)
Een van de buitenwereld afgezonderd bos, fluitende vogeltjes, gezellige houten hutjes vol dolenthousiaste tieners, een idyllisch meertje op de achtergrond, griezelverhalen bij een knisperend kampvuur, …
Summercamp-slashers werden in de jaren ’80 als een vloedgolf op het publiek losgelaten, maar The Burning is wellicht de enige die uit de schaduw van “big sis” Friday The 13th treedt. Hoewel duidelijk ingecasht op het concept en succes van laatstgenoemde, zijn er genoeg ingrediënten die The Burning van alle genregenoten onderscheiden en deze prent zelfs bovenaan het o zo lange lijstje plaatsen.
Het belangrijkste verschil is dat reeds aan het begin van de film de identiteit van de moordenaar wordt prijsgegeven, waardoor al onmiddellijk geanticipeerd wordt op een vergezochte slotontknoping. Verbazend genoeg staat dit een spannend vervolg allerminst in de weg.
Na een korte doch niet snel te vergeten kennismaking met Cropsy’s wreedheid volgt een ongezien mooi geschetst sfeerbeeld van een typisch Amerikaans zomerkamp, hetgeen de aanloop naar de uiteindelijke confrontatie tussen tieners en moordenaar er alleen maar interessanter op maakt. In die aanloop neemt regisseur Maylam uitvoerig de tijd om de kijker kennis te laten maken met de, als vanouds stereotiepe maar naar slashernormen voortreffelijk acterende, personages en hun dagelijkse kampactiviteiten.
Dat make-up en special FX artist Tom Savini zijn medewerking heeft verleend aan The Burning, maakt het des te boeiender. Met de alom geroemde kano-scène levert hij alweer een mooi visitekaartje af. Met dank aan de brute kills, indringende soundtrack en schitterend point-of-view camerawerk – let op de eindachtervolging – wordt wat een leuke vakantie had moeten worden een wel erg griezelige rit naar het hiernamaals.
04 A Nightmare on Elm Street (1984)
Verhaaltechnisch ongetwijfeld de beste slasherfilm. Regisseur Wes Craven baseerde zijn script op krantenknipsels over een jongen die niet durfde te gaan slapen omdat er iets in zijn nachtmerries schuilde. Onzin, zei zijn vader. Ondanks de pogingen van zijn zoon om de slaap te bekampen met cafeïne dwong hij hem om toch te gaan slapen. Hij werd nooit meer wakker…
In A Nightmare on Elm Street transformeert Craven de droomwereld, een veilig gebied waarin mensen hun angsten en trauma’s kunnen ventileren, tot het terrein van een gevaarlijke moordenaar wiens acties hun sporen nalaten in de reële wereld. De vage scheidingslijn waar droom en realiteit samenkomen, is Freddy’s domein. Freddy wil wraak nemen op zij die hem destijds levend verbrand hebben en doet dat door hun kinderen in hun nachtmerries open te rijten met messen als vingers.
Helemaal alleen is Craven er medio jaren ’80 in geslaagd het slashergenre weer uit het slop te halen en de fans een nieuw icoon te schenken dat probleemloos in een adem genoemd kan worden met Jason Voorhees en Michael Myers.
03 Halloween (1978)
De film waar het allemaal mee begon. Met een ultralaag budget realiseerde regisseur John Carpenter een horrorfilm die prompt het slashergenre definieerde en een heleboel klonen genereerde in de jaren ’70 en ’80. De genrespecifieke ingrediënten fungeerden hier voor het eerst als standaard. Toen Halloween een enorm kassucces bleek, traden vele regisseurs in Carpenters voetsporen met slasherfilms die hetzelfde stramien handhaafden, doch zelden hetzelfde niveau haalden.
Moordenaar van dienst is horroricoon Michael Myers die in de openingscène als klein jongetje lustig inhakt op zijn oudere zus. Zijn ouders treffen hem aan in de tuin met een bebloed mes. Hij wordt geïnterneerd, maar weet zoveel jaren later te ontsnappen in de nacht van Halloween. Vanaf dan baadt de film in een nagelbijtende spanning. Aan de hand van doeltreffend point-of-view camerawerk zien we hoe een ijzig kalme Michael zijn personages observeert, stalkt… en afslacht. Final girl Jamie Lee Curtis weet lang aan zijn mes te ontsnappen, maar moet het in een bloedstollende laatste akte toch tegen hem opnemen.
Even legendarisch als Michael Myers en dat lijkwitte, emotieloze masker van hem is de zelfgecomponeerde score van John Carpenter. Een uiterst eenvoudig synthesizerdeuntje dat op de juiste momenten wordt ingezet en de spanning werkelijk te snijden maakt.
02 Friday the 13th: The Final Chapter (1984)
De vierde film in een reeks met wisselende successen. De meeste critici en horroradepten dwepen met de originele Friday the 13th waarin Jason zijn moeder nog op pad stuurde om zijn zaakjes af te handelen, maar ik geef de voorkeur aan dit vervolgdeel met Jason op het toppunt van zijn krachten. The Final Chapter is zelfs naar slashermaatstaven betrekkelijk bruut. Jasons machete glijdt kwistig door het beeld, een jonge Crispin Glover geeft het beste van zichzelf met hilarische danspasjes op slechte rockmuziek en kindsterretje Corey Feldman is met zijn gepassioneerde vertolking van make-up artist in wording een afspiegeling van de legendarische Tom Savini die een groot aandeel heeft in de make-up en special FX van The Final Chapter. De no nonsense aanpak zorgt samen met de kleurrijke personages voor een briljante herdefiniëring van het slashergenre in al zijn platgetrapte clichés. Body count: 13.
01 The Texas Chainsaw Massacre (1974)
Enkele tieners reizen af naar het zinderend hete Texas en hadden gewenst dat ze nooit het territorium van een compleet van de buitenwereld afgesloten slachtersfamilie hadden betreden. In een grimmige proloog maken ze kennis met een gestoorde lifter. Achteraf blijkt deze linke kerel tot hetzelfde disfunctionele gezin te behoren als Leatherface, de slachter van dienst. Gewapend met een kettingzaag en gehuld in een masker van mensenhuid herleidt hij de tieners één voor één tot slachtafval in een alleenstaand landhuis waarvan de kelder is omgevormd tot een waar abattoir. Maar de echte ontnuchtering komt er pas wanneer het laatst overgebleven slachtoffer kennismaakt met de kannibalistische neigingen van het gezin.
Regisseur Tobe Hooper slaagt er in om aan de hand van perfecte timing een bloedbad te suggereren terwijl er in feite amper een spatje rood getoond wordt. Daarnaast dompelen de duistere soundtrack en nerveuze cameravoering de geweldsequenties onder in een gruwelijke nachtmerrie.
Net als Psycho was deze prent geïnspireerd op de misdaden van Ed Gein die, naast het leegroven van kerkhoven, mensen vermoordde en hun overblijfselen recycleerde tot meubels en accessoires. The Texas Chainsaw Massacre was daarmee een van de eerste commercieel succesvolle films die het bioscooppubliek confronteerde met een nieuw maatschappelijk fenomeen: de seriemoordenaar.
Zelf zie ik TCM niet echt als een slasher, maar geweldige lijst verder!