In 2016 zette regisseuse Julia Ducournau zichzelf op de kaart met haar film Grave (Raw). Op het Cannes Film Festival kreeg de film lovende kritieken, maar werd ook bekriteseerd door het grafische geweld. Dit jaar heeft Ducournau zich overtroffen met haar nieuwste film Titane. Op hetzelfde Cannes Film Festival nam ze de Gouden Palm in ontvangst voor beste film. Dit is wel uniek, allereerst omdat het pas de tweede keer is dat een vrouw deze prijs krijgt uitgereikt. Daarnaast omdat de film uitstekend past in het horrorgenre.
Plot: Op jonge leeftijd was Alexia (Agathe Rousselle) betrokken bij een auto-ongeluk. Als gevolg van het ongeluk zit er een titanium plaat in haar schedel, maar er zit ook een steekje bij haar los. Ze heeft een vergaande fetisj voor auto’s ontwikkeld. Op ongure autoshows glijdt ze met weinig verhullende kleding over de motorkap van een glanzende caddilacs. Ondanks haar duidelijk zichtbare litteken heeft ze veel fans, maar op een avond gaat het mis. Ze vermoord een fan die zich opdringt aan haar en daar blijft het niet bij. Alexia weet niet hoe ze met genegenheid om moet gaan. De liefde vind ze in metaal en rubber in plaats van vlees en bloed. Op de vlucht voor de politie vermomt ze zich als een jongen en komt zo in contact met brandweerman Vincent (Vincent Lindon), die in hem/haar zijn lang vermiste zoon Adrien ziet. In de machocultuur van de brandweer probeert Alexia zich zo lang mogelijk staande te houden totdat haar lichaam begint te veranderen.
Titane is geen gemakkelijke film. Je kunt de film eigenlijk opdelen in twee helften. In het eerste gedeelte kun je je nog makkelijk verplaatsen. Het lijkt wel duidelijk wat er met Alexia aan de hand is, maar wanneer ze op de vlucht slaat voor de politie gaat het verhaal totaal de andere kant op. Hier start het tweede gedeelte van de film, die de zoektocht laat zien naar menselijk contact. Hoe bizar die ook is. Het is een liefdesverhaal, dat aansluit op onze huidige huidige maatschappij en de kijk naar wat mannelijk en vrouwelijk is. Ducournau doet er nog een schepje boveop door ook nog eens af te vragen wat menselijk is.
De regisseuse kreeg het idee voor de film door een terugkerende droom waarin ze auto onderdelen baarde. Die droom is de basis van Titane. Alleen bevat het verhaal veel meer. Ducournau is niet bang om taboes te doorbreken. Dat laat ze zien met haar script, maar ook op het witte doek. Haar directe manier filmen zal niet iedereen kunnen waarderen, maar ze trekt hier weinig van aan. Dat deed Ducournau in Grave en nu opnieuw in Titane. Als je de film een plaats moet geven in het horror genre, dan is dat het beste de body horror. Hiermee is de link naar Crash van regisseur David Cronenberg (Naked Lunch, Videodrome) snel gemaakt. Titane is natuurlijk moderner en actueler, maar destijds zorgde Cronenberg’s film op het Cannes Film Festival ook voor veel ophef. Voor zijn film werd een speciale jury prijs in het leven geroepen. Voor Ducournau pakt dit net even wat anders uit.
Titane is een intense kijkervaring. Niet alleen qua verhaal, maar ook hoe de film door Ducournau in beeld is gebracht. Ze wordt hierbij geholpen door de onbekende Agathe Rousselle, die met Titane haar filmdebuut maakt. Tegenover haar staat veteraan Vincent Lindon, die al heel wat films op zijn naam heeft staan. Ze vullen elkaar uitstekend aan en geven zich totaal over aan de personages die door Ducournau zijn gecreëerd.
Julia Ducournau geeft zelf aan dat haar film onmogelijk is om te pitchen. Ze houdt het zelf op een liefdesverhaal. Ik geef haar hier gelijk in, want in essentie is Titane dat ook, maar dan wel heel bijzonder.
Vanaf 26 augustus draait Titane in de bioscoop.
Waardering
- Titane - 7/107/10