“If you truly love film, I think the healthiest thing to do is not read books on the subject”
-Werner Herzog
Wij begrijpen goed wat meneer Herzog bedoelt, toch zijn er een aantal hele mooie exemplaren over het door ons zo geliefde onderwerp; de genrefilm. In deze rubriek willen we er een aantal uitlichten. Onlangs verscheen er een dikke pil met de titel: “Alle Remmen Los!”. Seks, sadisme en swastika’s – een afdaling in de riolen van de pulpcinema uit de wilde jaren zeventig. Jan Verheyen neemt ons in zijn boek mee naar de pulpcinema uit de jaren 70. Wij hebben onlangs een fijn interview gehad met de regisseur, maar vinden het ook leuk om nog wat dieper in te gaan op het boek.
Jan Verheyen is een Belgische film- en televisieregisseur en presentator. Hij maakte films als Alles Moet Weg, Vermist en Dossier K. Van jongs af aan is Jan een groot liefhebber van B-films en steekt dat niet onder stoelen of banken. Hij heeft samen met Jan Doense (Mr. Horror) aan het roer gestaan van De Nacht van de Wansmaak. Het is dan ook geheel terecht dat Doense het voorwoord verzorgt in dit boek. Het is overigens niet de eerste keer dat Jan achter de schrijfmachine kruipt. In 2011 verscheen zijn eerste boek ‘Alles wat je eigenlijk zou moeten weten over film volgens Jan Verheyen’. Voor zijn nieuwste boek keert Jan terug naar de liefde voor de genrefilms, die hij in zijn jeugd heeft gezien. Alle films in het boek heeft hij opnieuw gekeken. Sommige hebben de tand des tijds niet overleefd, maar het boek bevat ook heel veel titels waar tegenwoordig nog steeds met verbazing en verontwaardiging op wordt teruggekeken.
Om het allemaal overzichtelijk te houden heeft Jan ervoor gekozen de hoofdstukken in te delen in verschillende genres en sub-genres. Hij heeft een prettige en enthousiaste manier van schrijven, maar is niet bang om zijn ongezouten mening te geven over een film. De beleving van een film blijft volgens Jan persoonlijk, daar komt ook nog eens bij dat diezelfde beleving op je 15e heel anders is dan op je 57ste. We lopen kort even door de verschillende hoofdstukken en pikken er een paar pareltjes uit.
Het boek begint gelijk met een van mijn favoriete horrorgenres, namelijk zombie. Het eerste hoofdstuk heet In Goed Gezelschap – Zombies en Kannibalen. Jan neemt ons mee naar de oorsprong van het zombiegenre en gaat van White Zombie (1932) langzaam door naar The Night of the Living Dead (1968). Via de Italiaanse rip-offs komen we uiteindelijk bij Yummy (2019), een Vlaamse productie die met liefde voor het genre is gemaakt. Met de kannibalen heb ik zelf niet zoveel, maar ook hier lees je makkelijk door geschiedenis van dit genre. Natuurlijk mogen kannibalen klassiekers, zoals Cannibal Holocaust (1979) en Cannibal Ferox (1981) niet ontbreken. Toch staan er ook verrassingen in dit hoofdstuk, waar ik nog nooit van had gehoord. Ik heb het dan over films als Cannibals in the Street (1980) met John Saxon en Slave of the Cannibal God (1978) met Stacy Keach en Ursula Andres.
Het dierenrijk is goed vertegenwoordigd in het boek. Ik wist niet dat er zo veel genrefilms zijn gemaakt met dieren. In maar liefst drie hoofdstukken, met als titel De Beesten zijn Los! De bekendste film is toch wel Jaws (1975), die tevens voor verschillende vervolgen en rip-offs heeft gezorgd. Haaien zijn overigens nog steeds zeer populair. Verder komt de hele Ark van Noach voorbij met honden, katten, krokodillen, piranha’s, konijnen, schapen en insecten. Het zijn er te veel om op te noemen.
In Bitches Behind Bars – De Vrouwengevangenisfilm bespreekt Jan een voor mij vrij onbekend genre. Het is bizar dat in de jaren 70 juist dit genre het licht zag. Het staat haaks tegenover het opkomende feminisme uit die tijd. In films als Sadomania (1981) en Caged Heat (1974) hebben de dames het niet makkelijk. Corrupte en sadistische cipiers hebben het tussen de tralies voor het zeggen. Ze deinzen niet terug voor een verkrachtings- of martelpartij. In Seks, Sadisme & Swastika’s – De Sadiconazista gaat dit nog verder. Jan kan er niet over uit dat een film als Ilsa, She-Wolf of the SS (1975) een cultstatus heeft bereikt. Terwijl de Oscar winnende film uit hetzelfde jaar totaal in de vergetelheid is geraakt. Tegenwoordig kunnen dit soort films niet meer gemaakt worden, maar in de jaren 70 draaide dit gewoon in dezelfde zalen als Jaws. Ander bijzondere vrouwen worden besproken in het hoofdstuk Nunsploitation. Het laat zien dat niets heilig was in de jaren 70. Het laat weinig aan de fantasie over wat er zich tussen de muren van het klooster afspeelt. Nonnen werden blootgesteld aan seks en sadisme in titels als The Devils (1971) en Love Letters of a Portuguese Nun (1977).
Een kort hoofdstuk, Ontucht uit Heidiland, bespreekt de Tirolerseksfilms. Die draaiden in de jaren 70 ook gewoon in de bioscoop. Men kreeg toen nog rooie oortjes van Beim Jodeln Jückt Die Lederhose (1974). Tegenwoordig zie je in een gemiddeld televisieprogramma meer dan toen in een hele film.
In tegenstelling tot eerder genoemde exploitatiefilms konden rampenfilms wel rekenen op een big budget. Jan neemt in Vernieling op Grote Schaal – De Rampenfilm verschillende films uit dit genre onder de loep. Hij vertelt dat voor de Hollywood klassieker Towering Inferno (1974) zelfs twee grote studio’s de handen ineen sloegen om het budget voor de film rond te krijgen. Verder lezen we over de vernietiging van steden, vliegtuigen, boten en treinen. Gelukkig wordt er ook nog aan de ellende op kleinere schaal gedacht, zoals in Rollercoaster (1977). Hier dreigt een afperser achtbanen op te blazen.
Als liefhebber van vigilante films heb ik genoten van het hoofdstuk Doe-Het-Zelf-Justitie – Wraakfilms. Wraak is een belangrijk thema in film, maar het is leuk dat Jan juist inzoomt op de burgerwachters, die als een ‘engel der wrake’ het uitschot om zeep helpen. Films als Death Wish (1974) met Charles Bronson komt voorbij, maar ook Dirty Harry (1971) met Clint Eastwood. Ik maakte een klein sprongetje toen ik zag dat een van mijn favoriete films, The Exterminator (1980) met Robert Ginty, ook in het boek staat.
De rijke geschiedenis van de Mondo wordt verteld in Een Venster op de Onderbuik van de Wereld – De Mondo. Jan vertelt over het ontstaan van dit subgenre van exploitatie- en documentairefilms. Tegenwoordig kijken we niet meer op van een shockumentary, maar met het verschijnen van Mondo Cane (1962) was men nog niet zoveel gewend. Ook op video was dit genre zeer populair. Er zijn maar weinig mensen die Faces of Death (1978) niet hebben gehuurd.
We krijgen ook nog geschiedenisles in De Geschiedenis Herschreven – Maar Dan met Meer Seks en Geweld. De geschiedenis is altijd inspiratie geweest voor filmmakers. Van orgies aan het Romeinse Hof in Caligula (1979) gaan we naar de inquisitie met Mark of the Devil (1970) en komt ook de slavernij voorbij met titels als Maningo (1975), maar ook de moderne Django Unchained (2012). Het is leuk dat er af en toe een sprongetje wordt gemaakt naar de tegenwoordige tijd. Veel van de films die Jan bespreekt zijn tenslotte ook weer een inspiratiebron geweest voor latere regisseurs.
Een mooie afsluiter is het hoofdstuk Blijf op de Hoofdweg! Barbaren in de Bossen. Onvermoeibaar neemt Jan ons mee naar het subgenre ‘backwoods brutality’ waarin rednecks, gemuteerde monsters en incestueuze families het leven van nietsvermoedende reizigers tot een hel maken, meestal met een dodelijke afloop. In dit hoofdstuk is een overlapping met verschillende andere genres. Slasherfilms als The Texas Chainsaw Massacre (1974) en The Hills Have Eyes (1977) worden besproken, maar ook wraakfilms als Straw Dogs (1971) en Deliverance (1972). Verder bespreekt Jan hier nog een aantal uiteenlopende titels, die echt een aanrader zijn.
Als het aan Jan had gelegen, dan was het boek nog dikker geworden. Hij had nog makkelijk een paar hoofdstukken kunnen toevoegen. Een leuke afwisseling in het boek zijn de collega’s uit de filmindustrie, zoals Richard Raaphorst, Roel Reine, Lars Damoiseaux en Martin Koolhoven. Ze krijgen allemaal de kans om hun ‘guilty pleasures’ aan het publiek voor te stellen.
Alle Remmen Los! is niet een boek dat je in één ruk uit leest. Er staan zoveel wetenswaardigheden in, dat het af en toe duizelt. Het is aan te raden om het boek af en toe even open te slaan, zodat je er rustig van kan genieten. Bij iedere leesbeurt ontdek je weer wat nieuws. Het enthousiasme waarin Jan schrijft is aanstekelijk en maakt je nieuwsgierig naar films die je nog niet hebt gezien of nog een keer wil herzien. Het is een prachtig naslagwerk over een bijzondere periode uit de filmgeschiedenis. Daarnaast is het boek een aanrader voor liefhebbers van de genrefilm. Het maakt hierbij niet uit of je een doorgewinterde of beginnende kijker bent.
Jan heeft een mooie selectie gemaakt en daar boffen we mee, zeker met het aanbod aan films en series die we tegenwoordig hebben. Als je inspiratie op wilt doen, pak je nu Alle Remmen Los! Jan heeft al die “ellende” zelf moeten ontdekken tijdens zijn jeugd, zoals hij aangeeft in ons interview. Hij had vast wat films overgeslagen, als hij toen een boek had gehad als dit.